Uitvoeringsvoorschriften stellen

Een gemeente kan kwaliteitseisen stellen aan de planvorming, onderhoud en restauratie van monumenten. Dat kan in de vorm van algemene of specifieke voorschriften. Deze kunnen worden gebruikt in het planvormingsproces, de omgevingsvergunning en tijdens de uitvoering. Voorschriften kunnen ook dienen als toetsingskader voor de gemeentelijke adviescommissie en zijn een hulpmiddel voor toezichthouders. Omdat het bij monumenten vaak noodzakelijk is met specialistische materialen en technieken te werken, is inzet op kwaliteit en duurzame oplossingen voor de lange termijn van extra groot belang. De meeste gevraagde kwaliteitseisen worden breed onderschreven door overheden, adviseurs en uitvoerenden in de monumentenzorg en zijn in onderling overleg tussen deze partijen tot stand gekomen.

Doel en middel: algemene uitvoeringsvoorschriften en URL’s
Er is een onderscheid tussen kwaliteitseisen in de vorm van algemene uitvoeringsvoorschriften (een gemeentelijke beleidsregel) en specifieke uitvoeringsrichtlijnen voor bepaalde werkzaamheden (URL’s). De algemene voorschriften of beleidsregels beogen een algemeen doel, namelijk: planvorming, restauratie en verbouwing met als uitgangspunt hoogwaardig herstel en maximaal behoud van historische materialen, technieken en detaillering. Uitvoeringsrichtlijnen (URL’s) zijn een middel om dit algemene doel te bereiken. Ze zijn gericht op de uitvoeringspraktijk en bevatten inzicht in de materialen, de meest voorkomende schades en de wijze waarop deze moeten worden hersteld. Ook bestaan er URL’s voor de werkwijze van architecten en onderzoekers en er is een model-restauratiebestek. Bekend en erkend zijn de door de branche zelf opgestelde URL’s van ERM, Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg. Wanneer een uitvoerder kan bewijzen dat een alternatieve restauratiemethode hetzelfde doel bereikt, dan moet de gemeente daarvoor ruimte bieden.

Voorschriften verankeren in proces en regelgeving
Om te werken met algemene uitvoeringsvoorschriften moeten deze zijn verankerd in de regelgeving. Een gemeente kan verwijzen naar artikel 14 lid 3 van de model-Erfgoedverordening 2016, die de ‘nadere regels’ betreft die de gemeente kan stellen. Maar ook is een verwijzing mogelijk naar de afwijkingsmogelijkheid in artikel 1.13 van het Bouwbesluit. 

Wanneer een gemeente URL’s wil toevoegen aan de omgevingsvergunning, dan kan dat op basis van de Wabo artikel 2.22. In de vergunning moet dan wel expliciet worden verwezen naar de noodzaak van het voorschrift, de publicatiedatum en de reikwijdte van het voorschrift. Eenvoudiger is het, om de initiatiefnemer te verzoeken in de aanvraag op te nemen met welke URL’s er gewerkt wordt of met welke daarmee gelijk staande alternatieve restauratiemethoden. Wanneer de gemeente kwaliteit wil borgen, maar het aantal voorschriften om juridische of praktische redenen wil beperken of geen (bindende) voorschriften wil toevoegen ter vermindering van regeldruk, dan kan ervoor gekozen worden om naar voorschriften en URL’s te verwijzen in de begeleidende brief bij de vergunning.