Onder de Omgevingswet gaat het bestemmingsplan op in het gemeentelijk omgevingsplan. Ook alle verordeningen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving, zoals de welstandsnota, gaan hierin op. In hoeverre dat ook geldt voor de erfgoed- / cultuurhistorie- en/of archeologieverordening hangt ervan af in hoeverre deze betrekking heeft op de fysieke leefomgeving. Veelal zullen dergelijke verordeningen in ieder geval deels in het Omgevingsplan worden opgenomen.
Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet krijgen alle bestemmingsplannen en ruimtelijke verordeningen van een gemeente samen de status van omgevingsplan. Dat voldoet op dat moment nog niet aan de eisen die de wet stelt aan een omgevingsplan. Daarom krijgen gemeenten tot (volgens huidige planning) 2029 om hun omgevingsplan op orde te brengen.
Inhoud omgevingsplan
Voor een goede ruimtelijke ordening dienen alle belangen die effect hebben op de kwaliteit van de ruimte integraal te worden afgewogen, inclusief de cultuurhistorische waarden. De gemeente is verplicht een beschrijving op te nemen van de wijze waarop met in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. Dat betekent dat gemeenten een analyse moeten verrichten van de cultuurhistorische waarden in het gebied en daar conclusies aan verbinden die in het omgevingsplan verankerd kunnen worden.
Wanneer bij het opstellen van het omgevingsplan voldoende aandacht wordt besteed aan de cultuurhistorische waarden in het plangebied kunnen deze bij nieuwe ontwikkelingen tijdig en op structurele basis worden meegewogen. Dat biedt helderheid en zekerheid aan de burgers, initiatiefnemers en belanghebbenden.
Participatie
Bij het opstellen van een omgevingsplan kunnen burgers worden betrokken om mee te denken over de wijze waarop cultuurhistorie wordt meegewogen in de ruimtelijke ordening