Subsidies en stimulering

Tegemoetkoming in de extra kosten
Als een bouwwerk wordt aangewezen als gemeentelijk monument, betekent dat dat bepaalde activiteiten niet meer vergunningsvrij zijn. Er moet een aanvraag worden gedaan en leges worden betaald. Ook is herstel met behoud van monumentale onderdelen met een bijzondere detaillering of materialisering duurder dan een oplossing waarbij de monumentale onderdelen niet behouden blijven. Een tegemoetkoming in de extra kosten door de gemeente is een goed gebaar naar de eigenaar. Bovendien wordt het behoud bevorderd, wat een belangrijk doel van de bescherming is. Gemeenten kiezen bij het aanwijzen van gemeentelijke monumenten vaak voor het gelijktijdig instellen van een subsidieverordening en -budget. Als gevolg van de laatste economische crisis en de tendens tot terugtredende overheid is een ‘subsidiepot’ echter niet altijd vanzelfsprekend meer. In sommige gevallen is zelfs de subsidieverordening ingetrokken. Dat is echter niet nodig. Door de verordening in stand te laten kan in andere economische tijden opnieuw de keuze worden gemaakt om subsidiebudget vrij te maken, zonder dat een nieuwe verordening hoeft te worden vastgesteld.

Cultuurfondshypotheek en gemeentelijke fondsen
Waar gemeentelijke subsidies zich meestal beperken tot kleine tegemoetkomingen in onderhoudskosten, is er voor grote (deel)restauraties ook de optie van financiering. Alle gemeentelijke monumenten (en karakteristieke panden) kunnen gebruik maken van de laagrentende Cultuurfondshypotheek van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Enkele grote gemeenten hebben een eigen monumentenfonds dat hypotheken verstrekt.

Rijksmonumenten
Eigenaren van rijksmonumenten kunnen aanspraak maken op verschillende vormen van tegemoetkoming zoals een SIM-subsidie voor onderhoud op basis van een meerjarenonderhoudsplan (voorheen BRIM) en een restauratiesubsidie via het Parelfonds van de provincie Utrecht. In beide gevallen is dit voor rijksmonumenten die (in oorsprong) geen woonhuis zijn en aan bepaalde voorwaarden voldoen. Voor eigenaren van woonhuismonumenten staat tot 1 januari 2019 de belastingaftrek van onderhoudskosten ter beschikking. Vanaf 1 januari 2019 treedt een onderhoudssubsidieregeling in werking. Verder is er voor alle Rijksmonumenten de Restauratiefonds-hypotheek, de Restauratiefonds-plus-hypotheek en de Duurzame Monumenten- hypotheek. 

Vanzelfsprekend zijn ook eigenaren van rijksmonumenten zeer gebaat bij een goede informatievoorziening en procesbegeleiding door de gemeente. Dit is zeker het geval bij complexe vergunningprocedures zoals bij buitenplaatsen. Een vast aanspreekpunt is daar onontbeerlijk.

Informatievoorziening en procesbegeleiding
Het blijkt dat ook met weinig budget veel goodwill onder monumenteneigenaren kan worden gekweekt. Eigenaren zijn zeer gebaat bij een goede informatievoorziening en procesbegeleiding voorafgaand aan initiatieven. Een vast aanspreekpunt is van groot belang. Dit hoeft de gemeente geen (extra) geld te kosten. Een goede begeleiding en informatievoorziening vooraf loont, niet alleen vanwege het creëren van een groter draagvlak onder de eigenaren, maar ook vanwege een aanzienlijke besparing op ambtelijke inzet achteraf. Vanuit het STAMU bieden wij graag onze kennis en ervaring hierbij aan. 

Schouderklopje
Eigenaren geven zelf aan dat een schouderklopje zeer gewaardeerd wordt. Dat kan met eenvoudige middelen zoals een informatiebijeenkomst, monumentenborrel, een nieuwsbrief, certificaat of een monumentenschildje. De eigenaar is tenslotte de belangrijkste partner voor de gemeente bij de instandhouding van het lokale erfgoed.