Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)

Vanaf 1 januari 2022 gaat gelijk met de invoering van de Omgevingswet ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking met als doel om de bouwkwaliteit te verbeteren. Hiermee wordt de Omgevingswet gelijk gewijzigd m.b.t. de organisatie van het toezicht op het bouwen). Ook wordt het het Burgerlijk Wetboek gewijzigd m.b.t. aansprakelijkheid e.d. op dit vlak. De activiteit van het bouwen wordt gesplitst (de knip) in een bouwtechnisch deel en een ruimtelijk deel. Het bouwtechnisch deel wordt dan verzorgd door de Kwaliteitsborger. De gemeente blijft alleen verantwoordelijk voor het ruimtelijk deel. De huidige omgevingsvergunning voor de activiteit 'bouwen' wordt dus geknipt in een technische bouwactiviteit en een omgevingsplanactiviteit. Het betekent dat meer technische bouwactiviteiten vergunningvrij worden. De Kwaliteitsborging wordt gefaseerd ingevoerd. In 2022 gaat het in voor Gevolgklasse 1 (seriematig bouwen etc.). Monumenten vallen onder Gevolgklasse 2. Daarvan is nog niet bekend wanneer het daarvoor wordt ingevoerd. 

Het wijzigen/verbouwen van een monument wordt net als bij andere gebouwen opgeknipt in twee afzonderlijke activiteiten (technische bouwactiviteit en omgevingsplanactiviteit). Ondanks dat de Kwaliteitsborger nog niet wordt ingevoerd in 2022 bij monumenten kan je daarbij wel te maken krijgen met de Wkb, bijvoorbeeld bij een bouwactiviteit naast een monument met effecten op het monument. Ook zorgt het ervoor dat er in 2022 veel meer zaken onder de activiteit 'bouwen' vergunningvrij worden aan of in monumenten. Ten aanzien van de activiteit monument zijn er geen wijzigingen ten aanzien van vergunningplicht of vergunningvrij. Ook kan de gemeenten voor ander erfgoed zoals beeldbepalende of karakteristieke panden regelen dat er voor wijzigingen een vergunning of meldingsplicht geldt zolang dit betrekking heeft op de ruimtelijke kwaliteit of cultuurhistorische waarden.

Met de Wkb wijzigt ook de aansprakelijkheid van aannemers (Burgerlijk Wetboek). Die nieuwe aansprakelijkheidsregeling geldt ook vanaf het begin voor werkzaamheden aan monumenten en vergunningvrije bouwwerken.

De rol van Bouw- en woningtoezicht verdwijnt niet, maar wordt technisch minder inhoudelijk. Omdat het bij een omgevingsvergunningaanvraag voor de activiteit 'bouwen' niet meer nodig is om het technisch ontwerp en enginering mee te nemen, maar enkel de informatie voor het 'ruimtelijk ontwerp' is de kans groot dat dit ook van invloed gaat zijn op de kwaliteit van de ingediende gegevens bij de activiteit 'monument'. Maar bij wijzigingen aan een monument zijn het technisch ontwerp en enginering wel degelijk relevant en van invloed op de monumentale waarden en kan deze informatie nog gevraagd worden. Het zal dus zaak zijn om aanvragen voor monumenten goed te controleren op volledigheid. De gemeente blijft dus ook een toezichthoudende rol houden bij de uitvoering van de werkzaamheden aan het monument, maar mag daarbij niet toezien op de technische voorschriften, enkel op de (technische) uitvoeringsvoorschriften gesteld in de omgevingsvergunning of zaken die betrekking hebben op de cultuurhistorische waarden. Daarom is het ook van groot belang om altijd uitvoeringsvoorschriften voor monumenten zoals van de ERM van toepassing te verklaren op de werkzaamheden.