Regionale Energiestrategie (RES) en Transitievisie Warmte

Om de internationale klimaatafspraken van Parijs (2015) waar te maken spelen de gemeenten een belangrijke rol. De energietransitie houdt niet op bij de gemeentegrens. Daarom werken overheden, inwoners, bedrijfsleven, netbeheerders en maatschappelijke organisaties op regionaal niveau samen aan een Regionale Energiestrategie (RES). Op gemeentelijk niveau moeten gemeente bijdragen aan de energietransitie via de Transitievisie Warmte en het Wijkuitvoeringsplan.

De concepten van de Regionale Energiestrategiëen (RES) moesten in juni 2020 klaar zijn en de definitieve versies moeten binnen een half jaar na ondertekening van het Klimaatakkoord klaar zijn. De Transitievisie Warmte moet eind 2021 klaar zijn en dan volgen op wijkniveau de uitvoeringsplannen. In de praktijk mag dit allemaal naast elkaar lopen.

Regionale Energiestrategie (RES)
In de Provincie Utrecht zijn er drie RES regio´s waar de gemeenten aan deel nemen. Dat zijn de U16, de Regio Amersfoort en Foodvalley. Regionaal moet worden afgestemd hoe de gemeenten gezamenlijk gaan bijdragen aan de energietransitie. Voor de opgave zal gezocht moeten worden bij de industrie, bij woningen, in de gebouwde omgeving en in het landelijk gebied. Afhankelijk van de gekozen maatregelen kan dat van grote invloed zijn op de ruimtelijke omgevingskwaliteit, waar ook het cultureel erfgoed onder valt. Het is van belang dat cultuurhistorie, stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteiten  belangrijke onderleggers vormen voor de maatregelen. Hiermee kan de negatieve impact op de leefomgeving beperkt worden. In sommige situaties zou er zelfs een versterking van de ruimtelijke omgevingskwaliteit gerealiseerd kunnen worden. Omdat oplossingen voor energieopwekking tot op grote afstand van invloed kunnen zijn, is het van belang om ook de impact op de ruimtelijke omgevingskwaliteit van aangrenzende gemeenten mee te nemen in de afwegingen.

Transitievisie Warmte
Gemeenten moeten de warmtetransitie voor de gebouwde omgeving regisseren. In samenwerking met de vastgoedsector, bewoners, maatschappelijke organisaties, netbeheerders en medeoverheden moeten zij eind 2021 een Transitievisie Warmte klaar hebben liggen. Daarin staan voorstellen voor verwarmen en koken op duurzame en aardgasvrije wijze. De Transitievisie Warmte geeft in hoofdlijnen de aanpak weer. Het bevat daarbij eveneens een wijk-voor-wijkstappenplan die houvast moet geven in de planning bij de uitvoering. In gemeenten en wijken waar veel historische bebouwing voorkomt kan het lastig zijn om volledig aardgasvrij te worden. Verduurzaming van historische gebouwen en monumenten is meestal goed mogelijk maar kent met behoud van de cultuurhistorische waarden en de ruimtelijke kwaliteit ook beperkingen. De uitgangspunten van de landelijke Routekaart verduurzaming monumenten kunnen hierbij een goede wegwijzer vormen en maat geven aan de gemeentelijke ambitie.

Wijkuitvoeringsplan
Het wijkuitvoeringsplan wordt samen met de bewoners en gebouweigenaren uit de wijk bepaald. De kosten voor gemeenten, kosten voor bewoners/gebouweigenaren en de lokale situatie worden daarin meegewogen. Naast maatregelen voor energiebesparing is het ook zinvol om gelijk andere maatschappelijke opgaven in de leefomgeving hierbij mee te nemen. Denk bijvoorbeeld aan klimaat-adaptieve maatregelen die op kleine schaal en in samenwerking met burgers genomen kunnen worden. Dit soort initiatieven die vaak ook zorgen voor vergroening van de wijk, dragen niet alleen bij aan een prettigere en kwalitatievere leefomgeving, maar kunnen ook een bijdrage leveren aan de energietransitie. Immers kan door vergroening van de gebouwde leefomgeving hittestress worden tegengegaan. Dat kan het toenemend gebruik van airconditioning bij particulieren tegengaan. Ook vormt het wijkuitvoeringsplan een uitgelezen kans zijn om ook gelijk de uitstraling en zichtbaarheid van het erfgoed te bevorderen. Met behulp van participatie kunnen gemeenten samen met burgers aan de slag om hun wijk leefbaarder maken en kan deze lastige opgave juist ook kansen bieden.